Risicothema 3: Fiets en e-bike

Fietsers en e-bikes zijn een risico in de gemeente Breda vanwege het grote aandeel in aantallen én slachtoffers in combinatie met deels ook een beperkte inrichting van de fietsroutes.

Het inwonersaantal van de gemeente Breda is groeiende, en groeit door tot 2035 (CBS, 2019). Het kennisnetwerk SPV heeft als uitgangspunt dat elke inwoner een fietser is. Dat zou betekenen dat het aantal fietsers in de gemeente Breda toeneemt. De gemeente Breda heeft in haar beleid opgenomen de komende jaren te investeren in het stimuleren van de fiets, wat het aannemelijk maakt dat i.c.m. de bevolkingsgroei het aantal fietsers zal groeien.

Het is vanuit de Duurzaam Veilig principes wenselijk dat er een vrijliggend fietspad ligt langs 50 km/u wegen. Een deel van de 50 km/u wegen in de gemeente Breda beschikt over een vrijliggend fietspad. Uit de vormtoets komt naar voren dat op de singelstructuur vrijliggende fietspaden ontbreken. Dit beeld komt ook naar voren op de overige 50km/u wegen die met Streetsmart zijn bekeken, zoals de Doctor Struckenstraat en Schorsmolenstraat. Ook zien we in de vormtoets dat op de singelstructuur, de Beverweg, Westerhagelaan en Heerbaan de oversteekvoorzieningen voor fietsers niet geheel voldoen aan de richtlijnen. Ten aanzien van oversteekbaarheid is er ook aandacht voor gemaakt in het Actieplan Verkeersveiligheid van de gemeente.

Het aandeel letselslachtoffers op de fiets is ca. 24% en daarmee het hoogst onder alle vervoerswijzen. Dit aandeel is vergelijkbaar met Tilburg (23%) en ‘s-Hertogenbosch (24%). Deze gemeenten hebben respectievelijk meer en minder inwoners dan Breda en daarmee dus ook meer en minder fietsers. Het aantal letselslachtoffers op de fiets is gestabiliseerd na een uitschieter in 2018.

De fietsslachtoffers vallen voornamelijk binnen de bebouwde kom (85%), op 50 km/u wegen (56%). Van de ongevallen vindt 67% plaats op kruispunten. De grootste groep fietsslachtoffers zijn 70 jaar en ouder (21%), maar ook zijn alle andere leeftijdsgroepen gelijkmatig vertegenwoordigd.

Figuur 4: Locaties fietsongevallen in de gemeente Breda

Het aandeel fietsongevallen is in werkelijkheid altijd hoger omdat veel van deze ongevallen, met name enkelvoudig, niet (goed) worden geregistreerd. VeiligheidNL geeft meer inzicht in de fietsongevallen in Nederland, wat ook van toepassing is op de provincie Noord-Brabant. Zo zijn van alle ongevallen met een gewone fiets 65% enkelvoudig en 33% meervoudig, op een elektrische fiets is dit 74% enkelvoudig en 23% meervoudig en op een racefiets is dit 53% enkelvoudig tegenover 41% meervoudig. Daarnaast zijn er nog de volgende statistieken bekend over enkelvoudige en meervoudige fietsongevallen.

Enkelvoudige fietsongevallen

Meervoudige fietsongevallen

62% door evenwichtsverlies

61% door aanrijding door andere verkeersdeelnemer

12% tijdens het fietsen

39% fietste zelf tegen een andere verkeersdeelnemer aan.

17% botsing met iets of iemand (geen verkeersdeelnemer)

41% was tegenpartij fietser

10% procent van de slachtoffers van een enkelvoudig ongeval verloor het evenwicht tijdens op- of afstappen.

25% wiel raken van andere fietser.

25% sturen in elkaar haken

39% was de tegenpartij een rijdende auto.

7% botsing met bromfiets/scooter/snorfiets.

Relatief vaak fietsers in de leeftijd 13-34 jaar.

Figuur 5: Leeftijdsverdeling bij enkelvoudige vs. meervoudige fietsongevallen

Doelgroepen:

  • De groepen met de grootste aantallen ongevallen waren fietsers in de leeftijd 55-74 jaar en kinderen van 4-17 jaar (vooral jongens 4-12 jaar).

  • Het aantal fietsongevallen per gefietste kilometers stijgt bij vrouwen met het stijgen van de leeftijd vanaf 50 jaar. Bij mannen begint deze stijging vanaf de leeftijd van 70 jaar.

  • Meer dan de helft van de ongevallen gebeurde op een gewone fiets, één op de vijf op een elektrische fiets, en één op de tien op een racefiets.

  • Twee derde van de fietsongevallen was een enkelvoudig ongeval. Het aandeel enkelvoudige ongevallen is het hoogst bij elektrische fietsen.

  • Racefietsers hebben relatief vaak een meervoudig ongeval.

  • Jongeren in de leeftijd van 13 tot en met 34 jaar hebben vaker een meervoudig ongeval.

  • Drie procent van de fietsers was tegen een paaltje gebotst.

  • Oudere fietsers hadden een grotere kans op een fietsongeval en dat verband met leeftijd was sterker voor enkelvoudige ongevallen dan voor meervoudige ongevallen.

  • Mensen die vaak fietsten hadden meer fietsongevallen door hun grotere blootstelling maar minder ongevallen per fietskilometer. Met name het aantal enkelvoudige fietsongevallen per fietskilometer was bij frequente fietsers lager.

Het aandeel enkelvoudige ongevallen is toegenomen in vergelijking met 2012, vooral door de toename van het aandeel ongevallen op elektrische fietsen, die relatief vaak enkelvoudig zijn.

Wat betreft lichtvoering van fietsers (I&W, 2020) is voor Roosendaal, in dat onderzoek de enige Noord-Brabantse gemeente, bekend dat circa 71% van de fietsers hier voor- en achterlicht voert.

Dit is hoger dan het landelijk gemiddelde (67%). In Breda is dat 51%, blijkt uit separaat onderzoek van SOAB. Gekeken naar doelgroepen, zien in het onderzoek van I&W dat 63% van de jongeren tot 18 jaar licht voert, tegenover 86% van de 50-plussers.

E-bike

Het verschil tussen de gewone fiets en de e-bike is in de verschillende beschikbare informatiebronnen vaak onduidelijk. Kijkend naar de e-bike dan blijkt dat de landelijke trend laat zien dat er een forse toename is van het bezit en gebruik van de e-bike (ANWB, 2020). De verwachting is dat deze trend zich doorzet in de komende jaren en daarmee een steeds groter onderdeel uit gaat maken van het fietssysteem in de gemeente.

In de gemeente Breda valt 1,9% (15 van 775) van het aantal letselslachtoffers op de e-bike. Dit is minder dan Tilburg (3,9%) en ’s-Hertogenbosch (3,1%). Mogelijk is dit aandeel dus hoger omdat het onderscheid tussen de fiets en de e-bike niet altijd goed gemaakt kan worden. Kijkend naar de ontwikkeling van het aantal slachtoffers in de laatste jaren zien we een groei van geen tot 6 slachtoffers per jaar in 2018, waarna deze weer daalde tot 1 in 2021. 6 van de 15 op de e-bike betreft 70-plussers, 10 van de 15 zijn 50+. Ouderen hebben dus een relatief hoog aandeel in de e-bike slachtoffers.