Risicothema 3: Fiets en e-bike

Fietsers en e-bikes zijn een risico in de gemeente Etten-Leur vanwege het grote aandeel in aantallen én slachtoffers in combinatie met deels ook een beperkte inrichting van de fietsroutes.

Het inwonersaantal van de gemeente Etten-Leur is groeiende (van 42.503 in 2015 tot 43.774 in 2019), en groeit ten opzichte van 2018 met 6% door tot 2035 en met 8% door tot 2035 (CBS, 2019). Het kennisnetwerk SPV heeft als uitgangspunt dat elke inwoner een fietser is. Dat zou betekenen dat het aantal fietsers in de gemeente Etten-Leur toeneemt. De gemeente Etten-Leur heeft in haar beleid opgenomen de komende jaren te investeren in het stimuleren van de fiets, wat het aannemelijk maakt dat i.c.m. de bevolkingsgroei het aantal fietsers zal groeien.

Het is vanuit de Duurzaam Veilig principes wenselijk dat er een vrijliggend fietspad ligt langs 50 km/u wegen. Van de 15 in de vormtoets gescoorde 50 km/u wegen in de gemeente Etten-Leur beschikken er slechts 2 (deels) niet over een vrijliggend fietspad of fietssuggestiestroken. Op basis van gegevens van de Fietsersbond zijn ook een aantal andere wegen als zodanig te identificeren. Het betreft de volgende wegen:

Geen vrijliggend fietspad:

  • Haansberg

  • Concordialaan

Deels vrijliggend of fietssuggestiestroken:

  • Spoorlaan

  • Oude grind

Het aandeel letselslachtoffers op de fiets is ca. 26% (38 van 149) en is daarmee het hoogst onder alle vervoerswijzen. Dit aandeel is licht hoger dan Oosterhout (22%) en enigszins vergelijkbaar met Roosendaal (28%). Wanneer het aandeel e-bike erbij op wordt geteld, is het aan aandeel letselslachtoffers op de fiets ca. 31% (48 van 149). Het aantal letselslachtoffers op de fiets is sterk gegroeid tussen 2017 (2) en 2019 (15), maar vervolgens weer afgenomen tot 3 in 2021.

De fietsslachtoffers vallen voornamelijk binnen de bebouwde kom (74%, 28 van 38). Op 50 km/u wegen is dit percentage 45% (17 van 38). 68% (26 van 38) van de ongevallen vindt plaats op kruispunten. De fietsslachtoffers zijn voornamelijk tussen de 25 en 39 jaar (21%), tussen 60 en 69 jaar (18%, 7 van 38) en 70+ (16%, 6 van 38). De ongevallen vinden verspreid plaats over de gemeente. Opvallende clusteringen zijn aanwezig op rotondes op de Plantijnlaan (en in het verlengde daarvan ook op Schoonhout en Couperuslaan), rondom de rotonde op de Hoevenseweg/Concordialaan en het centrumgebied van Etten-Leur.

Figuur 4: Locaties fiets en e-bike ongevallen in de gemeente Etten-Leur (VIA, 2017-2021)

Het aandeel fietsongevallen is in werkelijkheid altijd hoger omdat veel van deze ongevallen, met name enkelvoudig, niet (goed) worden geregistreerd. VeiligheidNL geeft meer inzicht in de fietsongevallen in Nederland, wat ook van toepassing is op de provincie Noord-Brabant. Zo zijn van alle ongevallen met een gewone fiets 65% enkelvoudig en 33% meervoudig, op een elektrische fiets is dit 74% enkelvoudig en 23% meervoudig en op een racefiets is dit 53% enkelvoudig tegenover 41% meervoudig. Daarnaast zijn er nog de volgende statistieken bekend over enkelvoudige en meervoudige fietsongevallen.

Enkelvoudige fietsongevallen

Meervoudige fietsongevallen

62% door evenwichtsverlies

61% door aanrijding door andere verkeersdeelnemer

12% tijdens het fietsen

39% fietste zelf tegen een andere verkeersdeelnemer aan.

17% botsing met iets of iemand (geen verkeersdeelnemer)

41% was tegenpartij fietser

10% procent van de slachtoffers van een enkelvoudig ongeval verloor het evenwicht tijdens op- of afstappen.

25% wiel raken van andere fietser.

25% sturen in elkaar haken

39% was de tegenpartij een rijdende auto.

7% botsing met bromfiets/scooter/snorfiets.

Relatief vaak fietsers in de leeftijd 13-34 jaar.

Figuur 5: Leeftijdsverdeling bij enkelvoudige vs. meervoudige fietsongevallen

Doelgroepen:

  • De groepen met de grootste aantallen ongevallen waren fietsers in de leeftijd 55-74 jaar en kinderen van 4-17 jaar (vooral jongens 4-12 jaar).

  • Het aantal fietsongevallen per gefietste kilometers stijgt bij vrouwen met het stijgen van de leeftijd vanaf 50 jaar. Bij mannen begint deze stijging vanaf de leeftijd van 70 jaar.

  • Meer dan de helft van de ongevallen gebeurde op een gewone fiets, één op de vijf op een elektrische fiets, en één op de tien op een racefiets.

  • Twee derde van de fietsongevallen was een enkelvoudig ongeval. Het aandeel enkelvoudige ongevallen is het hoogst bij elektrische fietsen.

  • Racefietsers hebben relatief vaak een meervoudig ongeval.

  • Jongeren in de leeftijd van 13 tot en met 34 jaar hebben vaker een meervoudig ongeval.

  • Drie procent van de fietsers was tegen een paaltje gebotst.

  • Oudere fietsers hadden een grotere kans op een fietsongeval en dat verband met leeftijd was sterker voor enkelvoudige ongevallen dan voor meervoudige ongevallen.

  • Mensen die vaak fietsten hadden meer fietsongevallen door hun grotere blootstelling maar minder ongevallen per fietskilometer. Met name het aantal enkelvoudige fietsongevallen per fietskilometer was bij frequente fietsers lager.

Het aandeel enkelvoudige ongevallen is toegenomen in vergelijking met 2012, vooral door de toename van het aandeel ongevallen op elektrische fietsen, die relatief vaak enkelvoudig zijn.

Wat betreft lichtvoering van fietsers (I&W, 2020) is voor Roosendaal, in het onderzoek de enige Noord-Brabantse gemeente, bekend dat circa 71% van de fietsers hier voor- en achterlicht voert. Dit is hoger dan het landelijk gemiddelde (67%). Het is aannemelijk dat het percentage voor de andere gemeenten in de regio West-Brabant ook rond het Roosendaals of landelijk gemiddelde ligt. Gekeken naar doelgroepen dan zien we dat 63% van de jongeren tot 18 jaar voert licht, tegenover 86% van de 50-plussers.

E-bike

Het verschil tussen de gewone fiets en de e-bike is in de verschillende beschikbare informatiebronnen vaak onduidelijk. Kijkend naar de e-bike dan blijkt dat de landelijke trend laat zien dat er een forse toename is van het bezit en gebruik van de e-bike (ANWB, 2020). De verwachting is dat deze trend zich doorzet in de komende jaren en daarmee een steeds groter onderdeel uit gaat maken van het fietssysteem in de gemeente.

In de gemeente Etten-Leur valt 4,2% (6 van 143) van het aantal letselslachtoffers op de e-bike. Dit is lager dan Oosterhout (6,5%) en Roosendaal (5,4%). Mogelijk is dit aandeel dus hoger omdat het onderscheid tussen de fiets en de e-bike niet altijd goed gemaakt kan worden. Kijkend naar de ontwikkeling van het aantal slachtoffers in de laatste jaren dan is het aantal slachtoffers de afgelopen vijf jaar (2017-2021) ongeveer gelijk gebleven (1-2), maar in 2021 waren er geen slachtoffers. De helft van dit aantal betreft 50-59-jarigen en de andere helft betreft 70+. Ouderen hebben dus een relatief hoog aandeel in de e-bike slachtoffers.