Risicothema 3: Brom-/snorfietsers, de onervaren brom- en snorfietser (16-17 jaar) en hun positie op de weg

Er is een groeiend aantal brom- en snorfietsen. Dit vergroot in de toekomst de kans op interactie met deze vervoerswijze. De positie van de brom- en snorfietser op de weg in Roosendaal is niet consequent. Het aandeel slachtoffers op de brom- en snorfiets is relatief hoog. Extra aandacht dient uit te gaan naar de onervaren brom- en snorfietser, die afgezet tegen het aandeel in de bevolkingsopbouw een relatief hoog aandeel slachtofferongevallen kent.

Het aandeel brom- en snorfietsen in Roosendaal is 8%. Dit aandeel is vergelijkbaar met Bergen op Zoom en Etten-Leur (beide ca. 9%). In absolute aantallen neemt zowel het aantal bromfietsen als snorfietsen toe. In bezit, maar ook als gevolg van de introductie van deelscooters. Het is dus aannemelijk dat brom- en snorfietsen een groeiend onderdeel worden van het straatbeeld.

De positie van de brom- en snorfietser op de weg, vooral op 50 km/u wegen, staat vaak ter discussie. Deze vervoerswijzen hebben een lagere maximumsnelheid dan het verkeer op de rijbaan en tevens een lagere massa. Dat brengt op de rijbaan risico’s met zich mee voor de brom- en snorfietser. Tegelijkertijd is ook de positie op het fietspad niet ideaal omdat de brom- en snorfiets een hogere maximumsnelheid hebben dan de fiets. Een essentiële voorwaarde om het risico als gevolg van de positie te verlagen is consequentie. Zo creëer je een eenduidig verwachtingspatroon voor de brom- en snorfietser alsook voor de andere weggebruikers. Juist op dit onderdeel is het in de gemeente Roosendaal niet goed op orde. Op diverse 50 km/u wegen zit de brom- en snorfietser op de rijbaan, terwijl op andere 50 km/u wegen deze vervoerswijzen juist op het fietspad zit.

Het aandeel slachtoffers op de brom- en snorfiets is 23% (7% snorfiets, 16% bromfiets). Dit aandeel is relatief gelijk aan Bergen op Zoom (22%) en hoger dan in Etten-Leur (18%). 50% van de brom- en snorfietsongevallen vindt plaats op 50 km/u wegen. De brom- en snorfietsongevallen zijn gelijkmatig verdeeld over kruispunten (48%) en wegvakken (52%). De leeftijdscategorie die het vaakst betrokken is bij brom- en snorfietsongevallen is 18-24 jaar (ca. 32%) en 16-17 jaar (ca. 24%). Afgezet tegen het aandeel van deze doelgroepen in de bevolkingsopbouw vinden relatief gezien de meeste brom- en snorfietsongevallen plaats met 16-17 jarigen. Ook wanneer deze onervaren doelgroep apart wordt bekeken valt deze op. Van de 30 letselongevallen met 16-17 jarigen hebben er 18 in combinatie met de brom- of snorfiets plaatsgevonden (60%).